Patriarch met trio

Stram als Pruisische cadetten,

fluit en klarinet in de aanslag,

in lakense pakken geperst en gewurgd in genadeloze boorden

staan ze daar

als een Picasso

cubistisch in het beeld.

De brede hand van de pianist laat zich gelden

en streelt beschermend de vergeelde toetsen van zijn instrument.

Diepe vouwen in het mottige tapijt (tira algu riba suela,

nos tei saka portrèt).

Maar op de piano

een fluwelen kleed

waarin gouden bloemen bloeien.

Men verwacht iedere seconde het bevel: “Die Augen links!”

Want daar zit de zachte profeet,

de Abraham van de familie,

de patriarch met gezag omgord.

Ogen, die op aarde alles reeds hebben gezien,

bezonken maar gebiedend,

formidabel met zijn bizar kalotje op het zware hoofd.

In zijn handen,

gelooid door de zon

en bespikkeld als een webu ‘i bubi

ligt de toekomst: de geschreven muziek!

Broos maar onwrikbaar, een magistrale figuur

lijkt hij op een wijze uit het Oosten

of de leider van een sekte in een obscuur en afgelegen land.

Zijn majesteit wordt vergroot

door een slobberig en slordig pak

en afgetrapte schoenen en veters.

Ik ben die ik ben, sobrá ta ko’i makaku.

Hij is een Palm.

en in de schaduw van zijn blaren

hebben wij zorgvuldig de kostbare dadels vergaard:

delicate walsen,

hitsige tumba’s,

en hoofse mazurka’s.

Muziek die van ons is en van ons alléén.

Drie Palmen en een Rojer: tijdloze dragers van onze cultuur.

BOELI VAN LEEUWEN

Familie Palm

NASCHRIFT
Toen Boeli van Leeuwen ruim twee jaar na publicatie van zijn gedicht bemerkte dat de foto, die hij bij Anthony Palm had gezien, niet betrekking had op drie Palmen en één Rojer, zoals hij had aangenomen, heeft hij zijn fout willen herstellen door het gedicht opnieuw te publiceren in de Beurs en Nieuwsberichten van zaterdag 14 maart 1987 met de enig juiste eindregel:

Drie Palmen en hun Patriarch, tijdloze dragers van onze cultuur.

Boeli voegde daar aan toe:"Dit gedicht is een saluut aan een uitzonderlijke familie". Bij het oorspronkelijke gedicht was de foto bovendien gespiegeld afgedrukt. Boeli spreek dan ook van "Die Augen Links!". In de latere publicatie staat echter "Die Augen Rechts!"

De foto moet zo rond 1904 zijn gemaakt; twee jaar voor het overlijden van Jan Gerard Palm. Hij is dan ongeveer 73 jaar oud. Hij heeft pijn aan zijn linkervoet; kort ervoor heeft hij een val gemaakt toen hij op het Rif aan militairen muziekles gaf. Daarbij brak hij iets in zijn voet en krijgt hij zijn schoen niet meer dicht. Als hij rustig bleef zitten en niet teveel liep dan ging het wel, de ergste pijn is uit zijn blik verdwenen. Naast Jan Gerard staat Rudolf zo'n 24 jaar oud en pianist. Op de stoel naast hem zijn zes jaar jongere broer met klarinet. De jongen met de timide blik -zijn trekken zijn wat overbelicht want hij staat vlak bij het raam- en een fluit in de hand is Jacobo Palm. Op de foto is hij zeventien jaar oud.

De foto is waarschijnlijk het voorbeeld geweest voor het andere portret van Jan Gerard dat in het verhaal is afgebeeld en is getekend door M. v.d. Ree. Het model van de kleding is gelijk evenals de hoek waaruit het portret is gemaakt. Ook de lichtplekken op de muts en overig lichtval komen overeen.

TERUG

HOME