door Annemarie de Haan
Dacht u dat scholieren tegenwoordig baldadig zijn? In de 18e eeuw konden ze er ook wat van. In 1718 verspreidden boze tongen een gerucht over de klas van schoolmeester en mathematicus Govert Oostwoud uit Hem. Zijn ordentelijke schoolklas bleek toch niet zo stichtelijk te zijn en hij werd op het matje geroepen door het dorpsbestuur. Meester Govert wist echter meteen uit welke hoek de wind waaide. Deze zware beschuldiging liet hij niet over zijn kant gaan!
De 15-jarige zoon van de schoolmeester, Maarten, nam nog wel eens de klas waar als meester Govert afwezig was. Zo
ook op 28 maart 1718.
Het schooltje was gevestigd in een afgescheiden gedeelte van de dorpskerk. Twee jongens grepen tijdens de absentie
van meester Govert de kans om een klasgenote nader te onderzoeken. De giechelende dochter van de gerechtsbode had
er wel oren naar en verdween met beide jongens in de kerk. Wat daar gebeurde kan men zeker raden. Na een tijdje
sprong het lachende meisje zelfs met gebonden benen naar haar lessenaar terug.
De zoon van de schoolmeester verbood haar gedrag wel, maar zij luisterde helemaal niet. Een andere jongen schreef
een baldadige boodschap voor het meisje op haar schoolboek, maar zij weigerde lachend zijn brutale verzoek. Het
recalcitrante kind huppelde gewoon vrolijk naar de andere kant van de school.
Kaart van Drechterland door Govert Maartensz. Oostwoud, uitgegeven in 1723
Stout plan
De twee schooljongens hadden nog een stout plan. Zij pakten het meisje beet, bonden haar helemaal vast en legden
haar op een tafel. Eén van de jongens lichtte met een vlugge beweging haar jurkje op. Daar was het meisje niet
van gediend. Zij protesteerde luid waarop de jongen het jurkje liet vallen.
De zoon van de schoolmeester sloeg niet met een aanwijsstok op zijn katheder en verhief ook niet zijn stem, zoals
je zou verwachten. Maarten zei alleen dat hij geen geschreeuw wilde horen en dat ze moest gaan zitten op haar plaats.
Anders zou hij haar volledig met olie insmeren. Waarschijnlijk is het meisje later uit haar benarde positie bevrijd
en heeft zij aan het einde van de dag de schoolpoort verlaten, alsof er niets was gebeurd. Het kwade bloed was echter
al gezet.
Verantwoording afleggen
De schelmse streken van de leerlingen bleven niet onopgemerkt. Meester Govert moest zich bij de burgemeester
verantwoorden. Maar hij liet zich niet zomaar valselijk beschuldigen en onderwierp zijn klas aan een strenge
ondervraging.
Zodoende stonden vijf schooljongens op 12 april 1718 bedremmeld terecht bij de vroedschap van Hem. Wee hun
gebeente als ze de zoon van meester Govert zouden sparen. Dan zou hij ze hoogstpersoonlijk een pak rammel geven.
Los van elkaar vertelden de leerlingen toen braaf hetzelfde verhaal.
Of vervangend schoolmeester Maarten na afloop met de plak kreeg van zijn vader, vermeldt de geschiedenis niet.
De eer van Govert Oostwoud was in ieder geval hersteld en dat was heel wat waard in die tijd. Maarten is later
alsnog schoolmeester geworden, hopelijk met wat meer pit en discipline!
Cartouche die dijkgraaf en heemraden van Drechterland op de kaart lieten aanbrengen na het overlijden op 1 september 1723 van de maker, Govert Maartensz. Oostwoud. De manuscriptkaart van de schoolmeester lag al bij de plaatsnijder, maar hij mocht de uitgave niet meer beleven. Nog datzelfde jaar verscheen de gedrukte versie.
Literatuur: Piet Boon, Tussen Hondenhemel en Munnickay
(Andijk 1986).
bron: Westfries Archief